Kapishya Hotsprings Lodge
De kampeerplaats, op zowat 100 meter te voet van de lodge, biedt grassige en goed onderhouden plaatsen naast een mooi riviertje. Er zijn een vijftal braaiplaatsen en iets hoger gelegen zijn er goed onderhouden toiletten (vier stuks) en douches die ’s ochtends en ’s avonds zijn voorzien van warm water. Op dezelfde hoogte is een afdak (voor regenweer,) en een hut waar je de afwas kan doen. Hout wordt aangebracht. De kampplaats is bekend en wordt gebruikt: je staat dus wellicht niet alleen.Vanuit de kampplaats is een ietwat kronkelig voetpad die je door weelderige plantengroei (en massa’s vogels) naar de 50 meter verder gelegen hotsprings brengt. Nog eens 50 meter verder kom je uit bij de lodge. Kampeergasten kunnen probleemloos en zonder meerprijs de hotsprings bezoeken (en er evengoed uren in baden). Mits verwittigen kan gegeten worden in de lodge. Tevens kan de kampeergast gebruik maken op alle activiteiten die de lodge aanbiedt. In de praktijk aten wij éénmaal in de lodge (een heerlijk en copieus avondmaal) en huurden we een gids om ons te begeleiden voor een voettocht met pick-nick naar de 7 kilometer verder gelegen Chuse falls. Dat laatste werd ons niet aangerekend omdat we ook twee Japanse (Full Board) gasten op sleeptouw namen die degids al hadden betaald (naar financiële maatstaven namen zij dus ons op sleeptouw).Voor de rest maakten wij zelf excursies naar Shiwa N’Gandu en brachten we uren door in het warme water van de Hotsprings.De lodge zelf is eveneens gelegen langs de Mansa rivier. De tuin is er idyllisch en perfect onderhouden. Wie houdt van bloemen en vogels vindt hier het paradijs. In de tuin zijn chalets voorzien van alle comfort. Gasten eten er in een mooie boma met houten palen en rieten dak. De maaltijden worden gezamen-lijk genuttigd met alle gasten en de gastvrouw aan één lange tafel. In de boma is ook een bar waar alle gasten, inclusief kampeerders welkom zijn. In de lodge waart ook een half-tamme impala rond die zich gemakkelijk laat aaien. Hoewel ‘braaf’ bij grotere mensen kan het dier zich vrij agressief gedragen naar kleine kinderen toe. Oppassen dus. Niet onbelangrijk: kapishya wordt uitgebaat door Mark Harvey en zijn vrouw. Mark is de kleinzoon van Gore Browne (de kasteelheer van Shiwa N’gandu) en vooral: hij baat ook Buffalo camp uit dat zich in North Luangwa National park bevindt.